Schaalwaarde , v. (-en), scale value , der Skalenwert , la valeur d' echelle (v) ,
la valeur d' une graduation

De waarde van een schaaldeel, uitgedrukt in eenheden van de met een aanwijzend meetinstrument te meten grootheid (voorbeelden: 1 tm/sd, 10mV/sd,1°C/sd). Hierin is een schaaldeel (sd) de eenheid van een schaal, dat is het deel van een schaal tussen twee opeenvolgende deelstrepen.

Een gelijkwaardige omschrijving is: De schaalwaarde is de verandering van een te meten grootheid per schaaldeel verandering van de aanwijzing. Hieruit zien we dat de schaalwaarde een meterconstante is, waarmee een meterstand vermenigvuldigd moet worden om een aanwijzing te verkrijgen uitgedrukt in eenheden van de te meten grootheid.

De schaalwaarde is een belangrijke grootheid, omdat mag worden aangenomen dat bij professionele meetinstrumenten de betrokken schaalwaarden in rechtstreekse relatie staan tot de nauwkeurigheid van die instrumenten. Dat geldt dus ook als er voorzien is in een hulpmiddel om binnen een schaaldeel te interpoleren. Als voorbeeld daarvan noemen we de toepassing van een tiendelige nonius bij een mm-verdeling, die geacht wordt een aflezing van 0,1 mm en een betrouwbare schatting van 0,05 mm mogelijk te maken. Deze bedragen zijn alleen waar, als de millimeterstrepen binnen 0,025 mm op de juiste plaats liggen, dus als de onzekerheid in de schaalwaarde niet groter is dan 0,05 mm. Op de dimensie na is de schaalwaarde in dit geval gelijk aan het scheidend vermogen.

Een meetinstrument met een digitale aanwijzing heeft geen schaal, maar in de termen van het bovenstaande wel een schaalwaarde. We definiëren deze als de hoeveelheid van de te meten grootheid per eenheid verandering in de laatste decimaal van de aanwijzing.

Een bijzondere vorm van de schaalwaarde doet zich voor bij het werken „op schaal", zoals bij landkaarten en constructietekeningen het geval is. In die gevallen komen schaalwaarden voor in de orde van 100 000 cm/cm, 10 mm/mm. Het is gebruikelijk dergelijke waarden aan te geven met hun reciproke waarden, en daarbij te spreken van „schaal 1:100 000" respectievelijk „schaal 1:10" (spreek uit: een op tien). Daarmee wordt dan de toegepaste verkleining ten opzichte van de werkelijkheid aangeduid. Om het tekenen op schaal te vergemakkelijken worden speciale maatlatten vervaardigd met maatverdelingen op schaal, die daarom schaallatten genoemd worden.

Tot slot wijzen we er op dat er, naast de boven­genoemde schaalwaarde voor het gehele (lengte) meetinstrument, ook nog een schaalwaarde is voor de aanwijzer op zichzelf. Is die aanwijzer een elektrische spanningsmeter, dan kan de schaalwaarde daarvan uitgedrukt worden in bij voorbeeld mA/sd, naast die van µm/sd voor het gehele lengtemeetinstrument.

 

 

 

Vorige pagina