Rechtheidsmeter , m. (-s), straightness gauge , das Geradheitsmeßgerät ,
l'appareil (m) mesureur de rectitude (v)

Meetinstrumentwaarmee een rechtheidsstan­daard kan worden vergeleken met een te onderzoeken „rechte" lijn, teneinde vast te stellen in welke mate deze laatste afwijkt van een zuiver rechte lijn. Door deze afwijkingen op te geven als functie van de plaats, ontstaat een beeld van de rechtheidvan de onderzochte lijn.

Uiteenlopende zaken kunnen in de praktijk als rechtheidsstandaard dienen:

Rei – vlakplaat – gespannen draad – vloeistofspiegel – lichtstraal. Alle hebben specifieke beperkingen.

Zo zijn de starre voorzieningen zoals reien en vlakplaten ongeacht het materiaal waarvan ze gemaakt zijn (staal, hardsteen, keramiek en glas) niet absoluut stijf. Hun vorm hangt onder andere of van de wijze van oplegging. Door deze steeds gelijk te kiezen, zowel bij de kalibratieals bij het gebruik en het opbergen, wordt bereikt dat de in kalibratiewaarden vastgelegde vorm behouden blijft. De toepassing van dergelijke rechtheidsreferenties blijft beperkt tot metingen over afstanden tot enkele meters.

Een (horizontaal) gespannen draad hangt door onder invloed van de zwaartekracht, en is bij grotere afstanden gevoelig voor tocht, trillingen en zeker ook voor temperatuurveranderingen. Verder leidt het aanraken van de draad meteen tot vormveranderingen. Met inachtneming van deze eigenschappen is zo'n draad bruikbaar voor metingen over afstanden tot enkele meters.

Een vloeistofspiegelstaat, als er geen verdere krachten in het spel zijn, steeds loodrecht op de richting van de zwaartekracht. Deze wijst overal ter wereld naar het hart van de aardbol, zodat een vloeistofspiegel de kromming van de aarde volgt met een verval van ongeveer 8 μm per 10 m. Bij rechtheidsmetingen over grote afstanden met een vloeistofspiegel als referentie ( watergoot, slangwaterpas) moet met dit verval rekening worden gehouden.

Een lichtstraal is in principe recht, maar verandert van richting als gevolg van brekingsindexvariaties in het doorlopen medium. Deze richtingsveranderingen zouden bij meting aan­gemerkt worden als rechtheidsafwijkingen van het onderzochte voorwerp. Deze zijn in de praktijk echter verwaarloosbaar klein zolang in rustige lucht gemeten wordt over afstanden van niet meer dan enkele tientallen meters. In feite is een lichtstraal de nauwkeurigste rechtheidsreferentie, waarop onder andere de autocollimatorals zeer nauwkeurige rechtheidsmeter gebaseerd is.

 Rank Taylor Hobson rechtheidsmeter

De rechtheidsmeter van Taylor Hobson is een optie met een luchtgelagerde slede, waarmee oudere modellen van de ruwheidsmeters kunnen worden uitgebreid tot een nauwkeurige recht­heidsmeter met een grotere slag van 200 mm.

In een aantal van de modernere ruwheidsmeters en  rondheidsmeters is de mogelijkheid voor rechtheidsmeting standaard aanwezig.

Repeat-O-Meter

De Repeat-O-Meter is een rechtheidsmeter waarmee rechtheidsafwijkingen worden vertaald naar hoogteverschillen (die dan overigens nog  géén hoogtecoördinatenzijn!).

1

Het instrument bestaat uit twee delen, een vast deel en een beweeglijk deel, die door een bladveer (in de praktijk het resterende materiaal onder een zaagsnede) scharnierend met elkaar verbonden zijn. Het grootste, vaste deel fungeert als basis die een paar handgrepen voor de bediening draagt en een meetklok, die veranderingen in de positie van het beweeglijke deel aanwijst. Het instrument is dus in wezen een statiefmet daarin een meetklok, die tot op het oplegvlak van het statief reikt.

De gemeten veranderingen zijn een maatvoor de rechtheidsafwijkingen van het onderzochte traject, maar zijn zoals gezegd zelf nadrukkelijk nog geen hoogtecoördinaten. Dat is een gevolg van het feit dat de stand van elk van beide delen van de rechtheidsmeter afhangt van de te meten rechtheid, zodat hun onderlinge relatie op een gecompliceerdere manier dan eenvoudigweg een op een samenhangt met de hoogtecoördinaten van het te onderzoeken traject.

 

 

 

 

Vorige pagina