Meten , meting, v. (-en) , to measure, measurement , messen , die Messung ,
Mesurer, le mesurage, la mesure
Het gebeuren waardoor men op proefondervindelijke wijze iets over de grootte van het gemetene leert kennen, c.q. kan leren kennen ( Verhagen ).
In de praktijk komt meten neer op het vergelijken van een onbekende met een standaard, waarbij men dan de onbekende kan leren kennen in termen van de eigenschappen van de standaard. Als het resultaat van de vergelijking niet „naar buiten" komt, zoals bij veel teruggekoppelde systemen het geval is, maar direct het besturingsmechanisme bedient, is er geen sprake van kennis. Het „kan leren kennen" in de definitie is er dan ook terwille van terugkoppeling (zie: feedback) bijgevoegd, om daarbij toch van meten te kunnen spreken, en ook om een meetinstrument waar niemand op kijkt toch zo te kunnen noemen.
In het dagelijks gebruik wordt onder meten vooral verstaan de meethandeling in engere zin, de uitvoering van de vergelijkingshandeling waarbij de grootte van een te meten grootheiduitgedrukt
In ruimere zin, als de taak van meettechnici en van anderen die de meettechniekals vak uitoefenen, betekent meten het geheel van door kennis en ervaring gestuurde handelingen en berekeningen, nodig om tot de gezochte grootte van een onbekende te komen. In verband met dit laatste kunnen we denken aan:
- De keuze van de standaard en van de meetmethode.
- Het bedenken en bouwen van een meetopstelling.
- De meethandeling op zichzelf.
De interpretatie van de waarnemingen, en een analyse van de opgetreden afwijkingen.
– De verwerking van de waarnemingen tot de meetuitkomst.
- De presentatie van die uitkomst, bij voorbeeld in de vorm van een certificaat.
Het bovenstaande geldt algemeen, voor elke soort van meting. Door de daadwerkelijke keuze van een bepaalde standaard komen we uit bij een specifieke meting. Kiezen we bij voorbeeld als standaard een lengtestandaard, dan komen we op het terrein van de lengtemetingenen de verplaatsingsmetingen, het onderwerp van dit boek.
De ruimere definitie van meten houdt de afwikkeling in van een meetproces, waarbij de werkelijke waarde van een grootheid kwantitatief bepaald wordt, uitgedrukt in het aantal malen dat de betrokken eenheid op de te meten grootheid begrepen is.
Een meting resulteert doorgaans in een aanwijzingdoor de meetopstelling van een waarde, die is te beschouwen als een eerste benadering voor de gezochte waarde. De van de aanwijzing overgenomen waarde wordt uitgebreid met de bijbehorende onzekerheiden gaat verder als waarnemingdoor het leven . Een waarneming is dus al een stap dichter bij de gezochte waarde dan de aanwijzing waaruit zij voortkomt. Hierop volgt dan wat bekend staat als de verwerking van waarnemingen, dat is de toepassing van een aantal rekenkundige handelingen om vanuit de waarneming(en) te komen tot de (zuivere) meetuitkomst, de best mogelijke benadering van de gezochte waarde.
Vorige pagina