Meetprojector , m. (-en), measuring projector , der Meßprojektor
Meetinstrumentvoor nauwkeurige en betrouwbare geometrische metingen aan optische afbeeldingen van voorwerpen, die daartoe met een nauwkeurig bekende vergroting afgebeeld worden op een ingebouwd scherm. Dit heeft een zo fijne structuur dat gestoken scherpe beelden mogelijk zijn, waarbij geen details verloren gaan. Anders gezegd, de structuur van het projectiescherm moet aangepast zijn aan het scheidend vermogen van de rest van het afbeeldingsysteem. Met een goede meetprojector zijn lengtemetingen mogelijk tot op 0,002 mm en hoekmetingen tot op 1'.
Aan het vergrote beeld kunnen metingen worden verricht met externe meetmiddelen. Een andere meetmogelijkheid ontstaat door het beeld te verplaatsen door manipulatie van de objecttafel. Een schermsjabloon fungeert hierbij als index, terwijl de grootte van de opgetreden verplaatsingen volgt uit de aanwijzingen van de met de objecttafel verbonden verplaatsingsmeters.
Voor de beoordeling van de bruikbaarheid van een meetprojector als meetinstrument moet een aantal kenmerken in de overwegingen worden betrokken.
Om te beginnen moet een te meten voorwerp worden opgespannen, dat wil zeggen stabiel worden opgesteld. Vervolgens moet het op de juiste plaats in de stralengang van het afbeeldingstelsel worden gebracht. Van belang bij een en ander zijn de opnamecapaciteit van de objecttafel, de hulpstukken daarbij zoals V-blokken, centers, ophoogblokken en een voorwerphouder voor dunne of slappe voorwerpen, en de positioneermogelijkheden met hun verplaatsingsmeting.
Vervolgens spelen de eigenschappen van de verlichtingsinrichting een belangrijke rol. We noemen de mogelijkheid om een opgespannen voorwerp van onderaf te verlichten voor diascopische of profielprojectie, en van bovenaf voor episcopische of oppervlakteprojectie.Van belang zijn ook de verlichtingssterkte, de regelbaarheid hiervan bij voorbeeld met een irisdiafragma, de aanwezigheid van een kleurfilter (veelal groen) en eventueel een filterschuif om andere filters (zoals een polarisatiefilter) in de stralengang te brengen. Een heel effectieve uitbreiding in dit verband is een revolverkop met meer condensors, zodat deze zijn te kiezen in samenhang met de ingestelde vergroting. De verlichting van het voorwerp kan zodoende beperkt blijven tot het betrokken gezichtsveld. Verder neemt de bruikbaarheid van de projector aanzienlijk toe als een voorwerp schuin, bij voorbeeld onder de hellingshoek van een schroeflijn aangestraald kan worden. Dat maakt perfecte profielprojectie van schroefdraden mogelijk. Vooral bij verticale verlichting is dit een uitbreiding, omdat daarbij de gehele verlichtingsinrichting schuin moet worden ingesteld. Bij een horizontale verlopende onderverlichting is ditzelfde effect al te bereiken met een verdraaibare objecttafel.
Van kardinaal belang voor de meetnauwkeurigheid is het afbeeldingstelsel. In het bijzonder moet de vormgetrouwheid van de afbeelding onberispelijk zijn; de vergrotingsmaatstaf moet een vaste waarde hebben voor het gehele beeld. Variaties daarin leiden tot niet-verwaarloosbare eerste-orde afwijkingen. Verder moet het scheidend vermogen groot zijn voor gedetailleerde beeldvorming, en moeten de voorwerpen contrastrijk en met gestoken scherpte worden afgebeeld. Daarnaast komt een flinke reeks waarden van de vergroting, ruwweg 5x tot 100x, de bruikbaarheid van het instrument ten goede.
Die bruikbaarheid kan verder worden bevorderd door extra voorzieningen zoals uiteenlopende schermsjablonen en een externe ( digitale ) hoekmeter, en door sturing door een kantentaster.
Tot slot dient aandacht te worden geschonken aan het bedieningscomfort, omdat dit in rechtstreekse relatie staat tot de optredende onzekerheid in de meetuitkomsten. We kunnen hierbij denken aan de verplaatsing van de objecttafel, met de hand of motorisch, aan verwisselbare objectieven, los of in een revolverkop ( objectief-carousel ), aan scherpstelling al dan niet met de hand, aan de stand van het beeldscherm, aan de aanwezigheid van een kap met gordijnen en, aan elektronische digitale aanwijzing van de tafelcoördinaten.
Onderling verwisselbare objecttafels
Er zijn drie uitvoeringen van de objecttafel leverbaar, alle onderling verwisselbaar en geschikt voor het merendeel van de voorkomende inspectiedoeleinden.
De twee mechanische objecttafels zijn voorzien van standaard schroefmaten met een slag van 50 x 50 mm of 100 x 100 mm.
De objecttafel met verplaatsingsopnemers kan worden geleverd met een twee-assig digitaal uitleessysteem, of met een dataprocessor met ingebouwde kantentaster.
De digitale aanwijzer zorgt voor een snelle, eenvoudige meting en verkleint de kansen op fouten van de gebruiker. Hij heeft 6 digits, een twee-assig display en is omschakelbaar naar mm/inch.
Vorige pagina