Meetklok , v. (-ken), dial gauge , dial indicator , die Meßuhr , le comparateur ,
l'indicateur (m) a cadran (m)
Een meetinstrument dat een verplaatsing omzet in de rotatie van een wijzer tegenover een schaal (wijzerplaat), of in een digitale aanwijzing. De overeenkomst van de aanwijzing met die van een uurwerk ligt ten grondslag aan de naam meetklok. Het instrument is universeel toepasbaar, en komt in een enorme verscheidenheid voor.
Meetklokken zijn te onderscheiden in twee hoofdgroepen, van oudsher de mechanische, en van meer recente datum de elektronische digitale. Zij hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken, en daarnaast enkele specifieke, die we in de onderstaande tabel hebben samengevat.
De mechanische meetklokken berusten doorgaans op een heugel-rondsel-combinatie, waarmee de te meten lineaire verplaatsingen worden omgezet in rotaties van de wijzer. Bij meetgebieden van enkele honderdsten tot enkele tientallen millimeters zijn zo schaalwaarden realiseerbaar van 0,001 tot 0,01 mm/sd. Extreem grote gevoeligheden en nauwkeurigheden kunnen worden bereikt met een torsiebandconstructie.
Hierbij is de wijzer bevestigd aan een platte metalen band die een aantal slagen getordeerd is, en die tussen twee bevestigingspunten is opgespannen. De tasterverplaatsing wordt op een van die punten overgebracht, waardoor de spanning in de band verandert en enige rotatie het gevolg is. De wijzer beweegt mee en geeft een vergroot beeld van de opgetreden verplaatsing. Met deze constructie zijn betrouwbare schaalwaarden van 0,0005 – 0,001 –0,002 mm/sd mogelijk, bij een meetgebied van enkele honderdsten van een millimeter.
De elektronische digitale meetklokken zetten te meten verplaatsingen om in elektrische telsignalen, bij voorbeeld via een inductieve opnemer of een glasliniaal, doorgaans een streepmaat. Hierbij zijn, net als bij de mechanische heugelrondsel-klokken, schaalwaarden mogelijk van 0,001 mm/sd, echter ook bij grotere meetgebieden, tot enkele tientallen millimeters. Door de aard van het signaal en de verwerking daarvan bieden elektronische meetklokken enkele bijzondere faciliteiten, zoals het vasthouden („hold") van een bepaalde aanwijzing, het onthouden van de maximale en minimale aanwijzing en het uitvoeren van berekeningen met gemeten waarden.
Van enkele bijzondere kenmerken, die mechanische en elektronische meetklokken gemeenschappelijk hebben, noemen we om te beginnen de nauwkeurigheid. Deze kan groot zijn omdat de instrumenten nauw aansluiten bij het Abbecomparatieprincipe. Een probleem is de onvermijdelijke omkeerfout, die maakt dat een meetklok met haar aanwijzing „op de heenweg" maar het best kan worden beschouwd als een totaal ander instrument dan diezelfde klok „op de terugweg". Aanwijzingen zijn dan ook alleen betrouwbaar als de te meten verplaatsingen steeds vanuit dezelfde meetrichting worden benaderd. Verder is de meetkracht veelal niet constant, en bovendien nogal groot, in de orde van I a 2 N. Hierop moet zeker gelet worden bij het meten aan relatief zachte materialen of met een scherpe tasterpunt. Voor het overige, doorsnee gebruik zijn de beide typen meetklok als gelijkwaardig te beschouwen. Wel is in het algemeen een analoge (wijzer)klok in het voordeel bij het „uitklokken" van werkstukken en bij het meten via keerpunten. De omkering van de bewegingsrichting is daarbij zomaar te zien, terwijl bij toepassing van een digitale meetklok in die gevallen flink gerekend moet worden.
Meetklok haakse uitvoering met zwenktaster
Hardmetalen tasterpunt Lagering op edelstenen Schaal 0-140-0
Verdraaibare wijzerplaat Geleiding door 0-ring beschermd tegen vuil.
Hulptasters voor meetklok
De belangrijkste kenmerken van meetklokken |
|
Mechanische |
Elektronische digitale |
AANWIJZING |
|
Schaalwaarde ... mm/sd |
idem, soms scheidend vermogen ... mm |
Meetgebied ... mm |
idem |
Aanwijzing met 1 of 2 wijzers |
LCD- of LED-display |
Torsiebandconstructie |
_*) |
Schaal (b.v. 0-100-0) |
aantal digits |
Wijzerplaat 0 ... mm |
– |
Tolerantiemerken |
tolerantiepreset/-indicator |
Wijzerplaat // hoofdas („rechte" uitvoering) |
|
Wijzerplaat vast/verdraaibaar/fixeerbaar |
‑ |
- |
extra functies (hold/max./min./verschil) |
– |
waarschuwingstekens tegen te hoge taster‑ |
TASTER |
|
Axiale taster of zwenktaster |
idem |
Zwenking // of 1 wijzerplaat |
|
Glijlagering, lagering met kogelbussen |
idem |
Tasterlengte ... mm |
idem |
Meetkracht ... N, max. of constant |
idem |
Verwisselbare tasters |
idem |
Gehard, of hardmetalen tasterpunt |
idem |
Tasterlichter |
idem |
OVERIGE EIGENSCHAPPEN |
|
Inspanschacht 0 ... mm |
idem |
Verwisselbare achterwand plat/met oog/ |
|
Stootvast |
idem |
Antimagnetisch |
idem |
Nauwkeurigheid volgens normblad nr... |
|
Alle lageringen op edelstenen |
idem |
Afgedicht met 0-ring onder de vatting |
_ |
Toebehoren, zoals opbergcassette, |
idem |
Vorige pagina