Incrementeel , incremental ,  incremental ,  incremental , par accroissements (m)

Aanduiding voor het werkingsprincipe van een meetinstrument. Daarmee wordt doorgaans de eigenschap van zo'n instrument bedoeld om de waarde van een te meten grootheid uit te drukken in een aantal incrementen.

Een kenmerk van de incrementele werkwijze ter zake van lengtemeting is dat de beoogde meting van een analoge grootheid (een verplaatsing) wordt vervangen door een telling. Ervan uitgaande dat de elementen van de standaard foutloos op elkaar aansluiten, zijn alleen aan het begin en het eind van de telprocedure afwijkingen te verwachten die de nauwkeurigheid van het meetresultaat nadelig beïnvloeden. Deze afwijkingen zijn kleiner naarmate het betrokken increment kleiner is.

Een ander kenmerk vloeit voort uit de onderlinge gelijkheid van de incrementen. Daar het ene zich niet van het andere onderscheidt, kunnen alle dienen als uitgangspunt van een meting
( reset,  preset ). Er is dan dus geen vaste referentie, zoals het nulpunt in zogenoemde absolute meetinstrumenten. De laatste worden daarom wel, voor wat het werkingsprincipe betreft, beschouwd als de tegenhangers van incrementele meetinstrumenten.

De aanduiding incrementeel kan ook betrekking hebben op meer maten van een voorwerp. Die maten kunnen dan op zichzelf bekend zijn als losse gegevens; over hun ligging ten opzichte van elkaar valt echter niets te zeggen.

Ook bier staat incrementeel weer tegenover absoluut. In het laatste geval zijn dezelfde maten weer bekend, maar nu met hun onderlinge ligging.

 

 

Vorige pagina