Display , o. (-s), display , das Display , l'affichage (m) ; le display

Beeldvenster van een signaalverwerkend apparaat, waarin het resultaat van de verwerking wordt getoond.

Geschiedt de presentatie uitsluitend in de vorm van cijfers, dan spreekt men van een numeriek display. Voorbeelden hiervan vindt men al bij de eenvoudigste zakrekentuigjes, maar ook bij geavanceerde digitale meetinstrumenten, aanwijzers en tellers.

Een display dat behalve cijfers ook tekst kan weergeven, heet een alfanumeriek display. Bekende voorbeelden zijn de displays van elektronische spelletjes, en kleurentelevisieschermen. Van de laatste komen de mogelijkheden zoals hier bedoeld onder andere goed tot hun recht in het Jeugd journaal, bij Teletekst en bij videospelletjes.

 

 

Vorige pagina