Betrouwbaarheidsinterval , o. (-len) confidence interval ,  der Vertrauensbereich ,
 l'intervalle (m) de confiance (v)

Een interval waarin met een bepaalde kans (de betrouwbaarheid ) de werkelijke waarde van het gemetene ligt.

In plaats van de genormaliseerde benaming „betrouwbaarheidsinterval" (NEN 3114), is onzekerheidsinterval een logischer naam omdat daarin de aard en de functie van het betrokken interval ondubbelzinnig tot uitdrukking komen.

Een meetuitkomst bevat een ± term waarin de onzekerheid omtrent de gemeten lengte tot uitdrukking komt. De bijbehorende waarden begrenzen een interval, dat niet beter kan worden aangeduid dan met onzekerheidsinterval.

Weliswaar worden de grenzen van het onzekerheidsinterval mede bepaald door de vereiste betrouwbaarheid van de meetuitkomst, maar zij worden niet uitgedrukt in die betrouwbaarheid. Ook om deze reden is „betrouwbaarheidsinterval" voor dit traject een minder geschikte benaming, die wij zoveel mogelijk zullen vermijden.

 

 

Vorige pagina