Afbeelding , v. (en), imaging, die Abbildung , l' image (v)

Proces waarbij van een voorwerp door een afbeeldingsinstrument, bij voorbeeld een optisch
stelsel, een beeld gevormd wordt. Dat beeld is dan een waarneembare weergave van het betrokken voorwerp.

Beschouwen we het voorwerp als een verzameling van voorwerpspunten, dan kunnen we ons het afbeeldingsproces voorstellen als het toevoegen van een eigen beeldpunt aan elk voorwerpspunt. Dit geschiedt door het afbeeldingsinstrument, door zodanige wijzigingen van de richtingen der doorgaans divergente lichtstralen die van een voorwerpspunt afkomen, dat zij juist weer in een beeldpunt samenkomen. Alle beeldpunten samen vormen dan het beeld.

Als een beeld zonder verdere afbeelding kan worden opgevangen op een scherm, spreken we van een reëel beeld. Deze situatie treedt bij voorbeeld op bij het gebruik van een fotocamera; in het filmvlak ontstaat een reëel beeld van het beschouwde voorwerp. Een beeld kan ook niet toegankelijk zijn, zodat het niet zonder verdere afbeelding op een scherm is op te vangen. In dat geval spreken we van een *virtueel beeld. Een bekend voorbeeld is het beeld, gevormd door een spiegel.

Een beeld, de waarneembare weergave van een beschouwd voorwerp, behoeft niet beslist een herkenbare weergave te zijn. Een voorbeeld daarvan is een hologram, dat alle informatie omtrent het geholografeerde voorwerp bevat in een gecodeerde vorm. Verder moet onderscheid gemaakt worden tussen „herkenbaarheid" en „goede gelijkenis".

                                                                                                                                           

 

 

Vorige pagina